Rustige duurtrainingen zijn gezellige, ontspannende weekend activiteiten. Je weet inmiddels dat als je op een effectieve manier fit wil blijven dat je met gerichte (interval)trainingen in veel minder tijd veel meer resultaat kan boeken. Maar hoe pak je dat aan? Wat is de verhouding rust-intensief tijdens je training?
Kwaliteit
Het effect van een intervaltraining hangt 100% af van hoe je ‘m inzet. Wil je vooral je sprint motor verbeteren omdat je meer energie wil produceren in korte tijd, dan is het een must om tussen je sprints veel rust te nemen. Op die manier kunnen je sprint spiervezels zo goed mogelijk herstellen en voorkom je dat ze al uitgeput zijn voor de volgende sprint. Een vermoeide spier kan namelijk minder z’n best doen waardoor het trainingseffect kleiner is als je onvoldoende rust neemt. Niet effectief dus.
Kwantiteit
Wil je juist je duurvermogen verbeteren omdat je straks de Alpe d’HuZes of Giro di KiKa gaat fietsen, neem dan weinig rust tussen de intervallen. Op die manier is het herstel onvolledig en verplicht je jouw lichaam over te stappen op je uithoudingsvermogen. Je gaat dan merken dat je (in tegenstelling tot de ‘kwaliteit’ intervaltraining) veel meer gaat ademhalen. Je lichaam heeft immers zuurstof nodig om die inspanningen te blijven leveren. Niet per se voor de korte intensieve inspanning zelf, maar wel om daarna steeds in korte tijd te herstellen.
Deze week gaan we tijdens de BlockWorks het verschil merken tussen de kwaliteit intervallen en kwantiteit intervallen. De een is niet beter dan de ander, maar dient wel een totaal ander doel.
Wil je exact weten hoe wij berekenen hoeveel rust jij nodig hebt tussen bepaalde rustblokken, afhankelijk van het doel van de training? Lees dan mijn onlangs gepubliceerde artikel ‘De perfecte fietstraining op basis van critical power en anaerobe capaciteit’ in vakblad Sportgericht. (Artikel kan ook opgevraagd worden via loek@wattworks.nl)
Loek Vossen, Bewegingswetenschapper en mede-eigenaar WATTWORKS