Energie verdelen bij tijdrijden
Heb je het recent een avondje laat gemaakt op het werk of in de kroeg? Dan herken je ongetwijfeld dat je de volgende dag ‘de rekening krijgt’. We hebben niet oneindig veel energie en zijn dus gebaat bij het goed verdelen van deze energie. In de sport is de hoeveelheid energie goed te kwantificeren en dus verdelen. Newton drukte de hoeveelheid (kinetische) energie uit in:
Ek = ½ mv2 Ek = (kinetische) energie ; m = massa ; v = snelheid
Vertaald naar een schaatstocht, hardloopwedstrijd of fietsevent is het zaak om de hoeveelheid energie die we in ons hebben op te maken tussen start en finish. Volgens de natuurkundige wet van Newton moeten we op de finish dus geen energie meer hebben, wat alleen kan door de snelheid op 0 te zetten (zie formule). Dood neervallen op de finish dus.. (LINK: wat de Brownlee brothers aardig lukt tijdens deze triatlon).
Bewegingswetenschappelijk raad ik je dit af, maar hoe pak je een tijdrit dan wel aan? Dat leren we deze week tijdens de WATTWORKS training. Alvast een tipje van de sluier:
• Versnel in het begin een tiental seconde om op snelheid te komen. Dit doe je op een ander energiesysteem dan het energiesysteem dat je van A naar B helpt in een (lange) tijdrit en gaat dus niet ten koste van je snelheid op het eind van de tijdrit.
• Adrenaline gaat ervoor zorgen dat je denkt sterker te zijn dan ooit. Wacht in een lange tocht toch nog even voordat je te fanatiek van start gaat.
• Zitten er heuvels in het parcours? Durf even wat flinker door te trekken! Om sneller te lopen/fietsen/schaatsen/etc. is exponentieel meer energie nodig in verband met de luchtweerstand. Bergop versnellen loont omdat je snelheid lager ligt, en de exponentiële factor van luchtweerstand dus minder van toepassing is. Je krijgt meer terug voor dezelfde energie investering. Super effectief dus 🙂
Loek Vossen, Bewegingswetenschapper en mede-eigenaar WATTWORKS